donderdag 28 januari 2016

Hello, goodbye (12 t/m 18 km)


De eerste ronde is de enige ronde van 18 km en bestaat uit de ronde van 12 km (die ik 3 keer ga lopen) en 2 lusjes van bij elkaar 6 km. Op dit deel van het parcours kom ik maar één keer. De wat zwaardere obstakels staan op dit stuk. De organisatie wilt de 18 km loper wat extra uitdaging geven. Voor een deel van de grote massa (12 km lopers) zouden deze hindernissen een flinke uitdaging zijn en daardoor zouden ze voor veel oponthoud bij de hindernissen zorgen. Ik begeef me nu op dit gedeelte, ik mag de hindernissen eenmaal begroeten en hoef niet te onthouden hoe ik deze hindernissen in de volgende ronde ga nemen. 

Ik had via de facebookpagina van Mud Masters me al op een deel van de hindernissen voorbereid. Naast het overzichtskaartje, worden op deze pagina ook aankondigingen gedaan over een aantal hindernissen. Sommige hindernissen werken ze zelfs helemaal uit in instructiefilmpjes zoals hier te zien is:


Zo kondigde Mud Masters aan dat ik 1,3 km met een zandzak op mijn rug moest lopen. Nu weet ik uit eerdere ervaringen dat dit hardlopend zorgt voor een aanslag op je spieren. Dat kan ik niet gebruiken in de eerste 18 km, dus moet ik zorgen voor een laag tempo, waardoor ik een aerobe beweging (verbranding met zuurstof) blijf uitvoeren en geen anaerobe (verbranding zonder zuurstof) waardoor je sneller verzuurd.

Ondertussen begon ik ook aan mijn tweede rondje te denken. Twee jaar geleden stond ik voor het eerst in het politievak en vlak voordat we vertrokken, riep de commentator ineens dat we even plaats moesten maken voor de marathonlopers. Zoals politieagenten zijn, maakten ze direct ruim baan en kwamen er twee mannen in opperste concentratie tussen de applaudisserende mensenmassa doorgelopen. Dat zou ik ook wel willen, zeker omdat er drie klassen studenten tussen stonden die les van mij hadden gehad en een heel aantal collega’s en oud collega’s. Zij zouden vlak voor 12 uur starten en ik zou volgens mijn berekeningen dan net voorbij zijn, of nog net voorbij moeten komen.

Wat zou het toch leuk zijn om hen daar te zien, of een stukje met ze op te kunnen lopen. Er waren wel een paar collega’s en een paar studenten die ik zou willen inhalen met modder aan mijn handen en dan “per ongeluk” even over hun wang willen vegen: “Oh, sorry” en dan hard grijnzend doorlopen. Deze scenario's had ik in de voorbereiding al vaker doorlopen en ik verheugde me er echt op.

Ook zou Lotte (mijn dochtertje) samen met mijn vrouw (Wendy) en oma ondertussen bij start en finish zijn. Ik zou Lotte weer bij ieder rondje een zoen geven, net als bij de "Breakout run". Mijn beste vrienden zouden ook rond 12 uur bij het start en finish vak zijn. Dat zou super zijn, maar dan zouden ze zichzelf overtreffen en ergens op tijd komen en eerlijk gezegd… Daar ging ik niet helemaal vanuit.

Mijn vader had me ondertussen weer gevonden en fietste een stukje mee. Ik vroeg hem of hij al iets van Wendy gehoord had. Dat was nog niet het geval, ik vroeg hem of hij wilde bellen en doorgeven waar ik liep. Hij gaf aan dat ik misschien wel een te hoog tempo had om vol te houden, maar het voelde goed… Ik liep van de ene runners high naar de andere en voelde me erg sterk.
Vlak voor de Trenches vroeg ik of hij nog een keer wilde bellen, want nu zou ik binnen 15 minuten voorbij start en finish zijn en dan hadden ze me gemist. Ze bleken net de parkeerplaats op te rijden, dus het was nog de vraag of ze op tijd zouden zijn.

Ik concentreerde me voor de "netjump". Ik had deze al twee keer in een eerdere run gedaan. Ook had ik vaker zelf netten opgehangen en wist dat ze zouden doorhangen door het gewicht wat er aan komt te hangen. Ik moest dus de tweede maas pakken en niet onderaan de eerste maas gaan hangen, want dan zouden mijn benen in het water hangen en verlies ik vaart.
"Klaar gaan staan, alleen maar naar de tweede maas kijken, springen en grijpen" zo eenvoudig is het... Jammer dat de meesten het niet snappen en in het water belanden. Ik waarschuwde nog twee mensen om mij heen, maar die keken me aan met een blik waarmee ze zeggen wilde dat ik me met mijn eigen zaken moest bemoeien (ook goed, dan ga maar zwemmen).

Op het moment dat ik bij de splash jump was, zag ik het politievak aftellen voor vertrek. Er zou dus geen opening voor me gemaakt worden, geen applaus van de ruim 500 collega’s… Nou dan zou ik ze onderweg inhalen en een aantal van hen mooi met modder kunnen besmeuren.

Na de Flyer, een steile glijbaan van een kleine 7 meter, klom ik aan wal om vlak langs de “douches” (carwash) te lopen, die waren op dat moment nog weinig in gebruik, omdat ik in de eerste startgroep liep. Het voorspelde wel een modderige bende daar te worden tijdens ronde twee en drie. Dat wordt straks uitkijken, hoewel het ook altijd leuk is een glimp op te vangen van grotendeels ontblote runners die zichzelf schoonspoelen. Op die plek languit op je gezicht gaan wil je ook niet.

Op het moment dat ik na de sizzler richting finish liep, keek ik aandachtig naar het publiek om een glimp op te vangen van Lotte of Wendy. Ineens zie ik mijn moeder achter drie rijen mensen rennen (voor zover dat nog gaat met twee kunstknieën) Ze hield een krentenbol in een plasticzakje hoog de lucht in alsof ik haar daaraan zou herkennen… Vreemd genoeg weet ik niet meer zeker of ik nu eerst de krentenbol boven het publiek uit zag, of eerst mijn moeder.

Gelukkig, ze hebben het gehaald! Ik neem de krentenbol dankbaar aan en daar komen Wendy en Lotte ook aangelopen. Heerlijk, nu kan ik mijn meiden nog een dikke kus geven voordat ik weer verder ga. Ik neem twee minuten de tijd voor een halve krentenbol en een bekertje water. We wisselen een paar woorden:
“Hoe gaat het? Ja goed! Ik voel me lekker. Is het zwaar? Nee hoor, het loopt prima, hebben jullie pap al gezien? Die loopt hier ook ergens, nou ik ga weer, tot over twee uur”.

De eerste ronde zit erop, vanaf nu ken ik het gehele parcours. Ik zet de achtervolging op al mijn collega’s in. In de verte zie ik de laatsten uit het startvak over de laatste strobalen heen stappen.


“Kijk maar uit bekenden! Het gevaar heeft een groen hesje aan en komt in jullie rug!”

Geen opmerkingen: