donderdag 14 januari 2016

Legaal "high" worden (5 tot 12 km)


“De meeste joggers zeggen dat ze na vijftien, dertig minuten van voortdurende inspanning in een toestand komen waarin hun gedachten juist spontaan positief, zelfs creatief zijn. Ze zijn zich minder bewust van zichzelf en laten zich leiden door het loopritme, waardoor ze volhouden en doorgaan. Het ‘High zijn’, de roes van de jogger” (Servan-Schreiber, 2012).

Doordat ik me zorgen maak om mijn ademhaling, zorg ik ervoor dat de ademhaling te snel blijft verlopen. Op deze manier ben ik waarschijnlijk na een kilometer of tien uitgeput. 

Daar komen de “Monkey bars” aan…
Ten minste, ik loop naar hen toe. Op facebook had ik de aankondiging gelezen dat ze sommige spijlen zo hebben geprepareerd dat deze zouden meebewegen. Hierdoor zou de hindernis moeilijker worden. Ik keek er niet naar uit, zeker niet nu mijn ademhaling nog zo hoog zat. 

Ik kijk ver vooruit en kan zo op tijd zien dat de Monkeybars aan de rechterkant nog een extra moeilijkheid hebben (je moest even een stukje omlaag en daarna weer omhoog klimmen). Ik dacht aan de tip: “Lees de hindernissen en pak de makkelijkste route, het gaat niet om die ene hindernis, maar om het verdelen van je krachten over die 42 km”. Ik koos dus de linkerzijde en kwam tot de ontdekking dat de hindernis eigenlijk heel gemakkelijk verliep.

Direct na de hindernis vertelde een andere deelnemer dat hij schrok van de loszittende spijl en daardoor harder kneep en nu wat last van zijn pols had. Losse spijl? Ik heb geen losse spijl gevoeld… Hij vertelde dat hij er wel een stuk of vier had gehad. Hij had de Monkeybars aan de rechterzijde genomen. Oké, onthouden dus: Monkeybars aan de linkerzijde blijven doen! Nog steeds zat mijn ademhaling erg hoog… Aan de linkerzijde zag ik weilanden en akkers, het was al een tijdje ochtend maar toch hing er boven de akkers nog steeds de serene rust zoals die wel vaker boven akkers hangt in de ochtend. De zon kietelde in mijn snoet en ik ademde diep in.

Ik sprak mezelf toe: “Joost, hou op met je druk maken om je ademhaling en GENIET! Dit is jouw moment, als je het vandaag niet haalt is er niks aan de hand. Toch weet ik zeker dat je het gaat halen”. Die woorden en die omgeving bleken vreemd genoeg precies te zijn wat ik nodig had. De eerste drinkpost volgde, ik ontspande en stapte met een glimlach op mijn gezicht het volgende slootje in. Aan de overkant stond mijn vader foto’s te maken. Ik moest rechtsaf een modderig paadje in. Hij vertelde dat hij me daar niet kon volgen en me verderop op zou pikken. Ik groette hem en glibberde rechtsaf.

Van de kilometers daarna kan ik me nog slechts wat flarden herinneren. Sommigen noemen het “runners high” anderen noemen het “Flow” ik noem het meestal “automatische piloot”. Het is in ieder geval van de ene kant iets heerlijks en van de andere kant ook zonde, want je weet je slecht te herinneren wat er allemaal is gebeurd. Je kunt het vergelijken met langere stukken autorijden. Na een tijdje rijden besef je ineens: “Ben ik al hier?” terug redenerend moet je dan ook wel langs die ene afslag en dat markante gebouw zijn gekomen, maar je weet het gewoon niet meer….

“Flow zou je kunnen omschrijven als de ervaring van het volmaakt in harmonie zijn met wat je op dat moment aan het doen bent, weten dat je sterk genoeg bent en jezelf in staat achten je lot, althans op dat moment, te bepalen en daarbij ook nog het gevoel te hebben dat je geniet” (Rozendaal, 2013).

Edith Rozendaal benoemt in haar boek (Rozendaal, 2013) ook een aantal kenmerken van Flow:
  • Je hebt de juiste focus van aandacht.
  • Vaak is het van korte duur.
  • Automatisch, zonder forceren bewegen.
  • Opgaan in het hier en nu.
  • Je hebt een gevoel van controle.
  • Je weet dat het goed zal gaan en hebt zelfvertrouwen.
  • Er speelt geen angst.
  • Je voelt je alert en toch ontspannen.
Behalve het tweede kenmerk (korte duur) herken ik ze allemaal. In haar boek schrijft Edith achter ieder kenmerk nog een uitleg of aanvulling. Achter het tweede kenmerk staat dan ook omschreven dat flow een half uur kan duren, maar dat sommige sporters soms ook een geheel toernooi een soort van roes ervaren. Ik heb tijdens deze marathon meerdere stukken op de “automatische piloot” doorgebracht. Vooral tijdens de eerste dertig kilometer.


Bronnen:


Rozendaal, E. (2013). Sportgek. Utrecht: Tirion Uitgevers.

Servan-Schreiber, D. (2012). Uw brein als medicijn. Utrecht/Antwerpen: Kosmos uitgevers.

2 opmerkingen:

wandelengel zei

Waar is nu de link met 'drugs'?

Joost Verbrugge zei

Die zul je in de theoretische verantwoording lezen over 2 blogs. Geduld...